Magnesium

Magnesium is een belangrijk mineraal betrokken bij vele biologische processen in de cellen van ons lichaam. Magnesium zit in brood en graanprodukten, groente, melkprodukten en vlees. De magnesiumbalans wordt gehandhaafd door de opname van magnesium in de darm en botten en de opname en uitscheiding van magnesium door de nieren. Het bloed bevat slechts 1% van de totale hoeveelheid magnesium in het lichaam. De rest bevindt zich in de cellen van het bot, de spieren en verschillende andere organen.

Hypomagnesiëmie

Bij een hypomagnesiemie kunnen tal van klachten optreden. Voorbeelden zijn misselijkheid, braken, slaperigheid, vermoeidheid, (spier)zwakte, spierspasmen en spierkrampen, gewrichtsklachten, een hypokaliemie, hartritmestoornissen en zelfs psychische verschijnselen en psychiatrische ziekten. Sommige mensen hebben echter betrekkelijk weinig tot geen last van een te laag magnesiumgehalte.

Oorzaken van hypomagnesiëmie

Een hypomagnesiemie kan veroorzaakt worden door te weinig inname met het dieet of te weinig opname dan wel te veel verlies via de darm (soms t.g.v. chronische diarree of bepaalde medicamenten als maagzuurremmers). Daarnaast kan er een te groot verlies van magnesium via de urine optreden t.g.v. een probleem in de nieren (renale hypomagnesiemie)

Renale hypomagnesiëmie

Vrijwel al het magnesium in het bloed wordt gefilterd door de nieren en komt in de voorurine terecht, waarvan onze nieren dagelijks zo’n 180 liter produceren. Het overgrote deel van het water en de daarin opgeloste stoffen, waaronder magnesium, worden vervolgens door de tubuli heropgenomen in het bloed. Hierbij zijn verschillende processen betrokken die, indien verstoord, kunnen leiden tot verminderde heropname en dus toegenomen verlies van magnesium in de urine. Dit kan verschillende oorzaken hebben, waaronder bepaalde medicijnen, beschadiging van de tubuli, maar ook genetisch mutaties betrokken bij de aanmaak van eiwitten die betrokken zijn bij de heropname van magnesium in de tubuli.

Bepalen van de oorzaak/stellen van een diagnose

De diagnose renale hypomagnesiemie wordt gesteld op basis een verhoogde magnesium uitscheiding in de urine. Dit wordt gedaan door het berekenen van de fractionele magnesium excretie in een portie urine. Verder wordt er meestal een 24-uurs urine verzameld. Afhankelijk van de resultaten van de eerste onderzoeken wordt aanvullende diagnostiek ingezet. Daarbij kunnen ook testen nodig zijn die de functie van de tubuli onderzoeken, of genetisch onderzoek bij verdenking op een genetische/erfelijke oorzaak van de renale hypomagnesiemie. Voor de beschrijving van specifieke ziektebeelden waarbij een renale hypomagnesiemie op kan treden zie de links hieronder.

Behandeling

De behandeling bestaat uit het, waar mogelijk, wegnemen van de oorzaak. Als de oorzaak bijvoorbeeld genetisch is of het gevolg van chronische beschadiging van de tubuli, is dat vaak niet mogelijk. Meestal wordt er gestart met magnesiumsuppletie, welke vaak als vervelende bijwerking hebben dat ze diarree kunnen veroorzaken (zie tekst magnesium suppletie). Zeker ook omdat patiënten met een renale hypomagnesiemie meestal hoge doseringen magnesium nodig hebben.

Links