Pseudohypoaldosteronisme type I
Pseudohypoaldosteronisme type I is een zeldzame aandoening waarbij er door een afwijking in de verzamelbuis te veel renaal zoutverlies optreedt. Dit wordt veroorzaakt door ongevoeligheid van de nier voor de werking van het hormoon aldosteron. Aldosteron reguleert normaliter de natriumchloride excretie via het epitheliaal natriumkanaal ENaC in de verzamelbuis van de nier. Pseudohypoaldosteronisme type I wordt veroorzaakt door mutaties die leiden tot ongevoeligheid van ENaC voor de werking van aldosteron. Er zijn twee varianten van pseudohypoaldosteronisme type I bekend. De eerste variant wordt veroorzaakt door een mutatie in het SCNN1A, SCNN1B of SCNN1G gen op chromosoom 16p12. Deze genen zijn verantwoordelijk voor de aanmaak van de subunits van ENaC. De tweede variant wordt veroorzaakt door een mutatie in het NR3C2 gen op chromosoom 4q31. Dit gen is verantwoordelijk voor de aldosteron receptor.
Kenmerken en symptomen
Door de hierboven beschreven mutaties ontstaat er een stoornis in de werking van ENaC, waardoor er te weinig natriumchloride reabsorptie plaats vindt. De meeste patiënten presenteren zich op jonge leeftijd met ondervulling/uitdroging, een lage bloeddruk en een hyperkaliemie. De hyperkaliemie ontstaat door minder natrium reabsorptie via ENaC en hierdoor verminderde potentiaal afhankelijke kalium excretie via het ROMK kanaal. De natriumchloride excretie is ook gestoord in de longen en de huid. Patiënten kunnen daarom last hebben van te veel slijmaanmaak en luchtweginfecties. Patiënten met een DNA-afwijking in het NR3C2-gen hebben meestal een mildere vorm en alleen betrokkenheid van de nieren.
Overerving
Pseudohypoaldosteronisme type I door SCNN1A, SCNN1B of SCNN1G mutaties erven autosomaal recessief over. Als de ziekte veroorzaakt wordt door NR3C2 mutaties, is de overerving autosomaal dominant.
Diagnose
De diagnose pseudohypoaldosteronisme type I wordt vermoed op basis van de klinische verschijnselen. De diagnose kan bevestigd worden middels een genetische test waarbij de DNA-afwijking in de betrokken genen wordt aangetoond.
Behandeling
Er is geen oorzakelijke behandeling. De behandeling bestaat derhalve uit het behandelen van de gestoorde zout- en mineraalbalans. Patiënten worden behandeld met hoge doseringen zout via hun dieet of met supplementen. Eventueel kan fludrocortison of carbenoxolon aan de behandeling toegevoegd worden.
Prognose
De prognose van patiënten met pseudohypoaldosteronisme type I is goed. De klinische verschijnselen nemen veelal in de loop van het leven af.