Kalium
Kalium is een van de belangrijkste mineralen in het lichaam. Het bevindt zich voor het grootste deel in de lichaamscellen en is van belang voor tal van processen zoals de zenuwgeleiding en spierfunctie. Kalium zit vooral in groente, fruit, aardappelen en vlees. De kaliumbalans wordt gehandhaafd door opname van kalium in de darm vanuit de voeding, verschuivingen van kalium de cel in en uit en uitscheiding in de urine door de nieren. De nieren, in het bijzonder de nierbuisjes, zijn het belangrijkst voor het handhaven van de kaliumbalans. De kaliumuitscheiding via de nieren is van vele factoren afhankelijk. Belangrijke beïnvloedende factoren zijn de zuurgraad van het bloed, de uitscheiding van natrium en de totale hoeveelheid urine. Een stoornis van de uitscheiding van natrium in de nierbuisjes gaat daarom ook vaak gepaard met een stoornis van de kaliumuitscheiding.
Hypo- en hyperkaliëmie
Klachten en symptomen die passen bij een te laag kalium (hypokaliëmie) zijn moeheid, spierzwakte, hartritmestoornissen, obstipatie en veel plassen. Bij een te hoog kalium (hyperkaliëmie) kunnen patiënten klachten van de zenuwen en spieren krijgen en hartritmestoornissen ontwikkelen. Veel patiënten hebben geen klachten maar desondanks kan een sterk afwijkend kalium wel leiden tot plotse hartdood.
Oorzaken van hypokaliëmie
Een te laag kaliumgehalte in het bloed kan veroorzaakt worden door te weinig inname met het dieet, te weinig opname dan wel te veel verlies in de darm of verschuiving van kalium de cel in. Daarnaast kan er een te groot verlies van kalium via de urine optreden t.g.v. een probleem in de nieren.
Bepalen van de oorzaak/stellen van een diagnose
Een toe- of afname van kaliumuitscheiding via de urine kan worden vastgesteld op basis van bloed- en urine-onderzoek. Dit laatste kan in een portie urine, maar meestal wordt er ook een 24-uurs urine verzameld. Afhankelijk van de resultaten wordt verdere diagnostiek ingezet naar de mogelijke oorzaak. Daarbij kunnen ook specifieke testen die de functie van de nierbuisjes onderzoeken nodig zijn, of genetisch onderzoek, bij verdenking op een genetische/erfelijke oorzaak. Voor de beschrijving van specifieke ziektebeelden waarbij een renale hypokaliëmie op kan treden zie de links hieronder.
Behandeling
De behandeling bestaat uit het, waar mogelijk, wegnemen van de oorzaak. Daarnaast zal geprobeerd worden het kaliumgehalte in het bloed met medicijnen te normaliseren.
Links
– Bartter syndroom
– Gitelman syndroom
– Renale tubulaire acidose
– Syndroom van Liddle